Patienten met hypermobiliteit/ hyperlaxity

 

Patiënten met hypermobiliteit hebben een stabiliteitsprobleem. Deze patiënten hebben vaak houdingsafwijkingen, (sub)luxaties en klachten zoals pijn en vermoeidheid.

Stabiliteit van het lichaam is een voorwaarde tot functioneel en doelgericht bewegen en voorkomt overbelasting van gewrichten, kapsels en banden. Stabiliteit wordt verkregen door drie factoren, -1- de vorm van het gewricht, -2- de aanwezigheid van intact gewrichtskapsel en banden, -3- een goed gecoördineerd spierkorset.

Bij hypermobiliteit of hyperlaxity wordt veel van het spierkorset gevergd daar immers kapsels en banden teveel beweging toelaten. Vaak zien wij bij deze patiënten klachten van overbelasting vooral tijdens of/na langdurige houding inname (bijv. langere tijd staan of zitten). Wanneer het spierkorset de statische houding niet voldoende kan ondersteunen, worden pezen en banden teveel gerekt. Dit geldt in het bijzonder wanneer de houding dusdanig is dat de vorm van de gewrichten niet optimaal wordt benut.  Bewegen en sporten geven vaak klachten van vermoeidheid, overbelasting en pijn.

Een aantal voorbeelden van aan hypermobiliteit gerelateerde klachten:

  • Rugklachten op verschillende niveaus door houdingsafwijking/ slappe of uitgezakte houding. Het spierkorset kan eenzelfde houding (bijv op het werk) niet lang genoeg handhaven, de structuren die de rompstabiliteit moeten handhaven raken overbelast. Het “op slot zetten” van de lage rug (hyperextenderen) komt ook voor, hierbij wordt de vorm van de wervels onbewust benut om het spierkorset te ontlasten. Patiënten klagen dan vaak over lokale rugpijn waarbij soms stekende pijnscheuten kunnen voorkomen.
  • Het “onderuitgezakt” zitten met een ronde onderrug (dwz. niet op de zitbeenknobbels/ Tubera van het Os Ischiï). Dit geeft stress op de desbetreffende ligamenten/ banden, m.n. van de SI gewrichten met als gevolg stekende, zeurende ligamentaire pijnen. Veel patiënten melden dezelfde klachten bij liggen op de rug in het geval van onvoldoende ondersteuning van lage rug en bekken, bijv. bij een te zacht matras.
  • Het staan met overstrekte knieën waarbij de gewrichten als het ware op slot staan en de bovenbeenspieren niet voldoende gespannen zijn om de knie gewrichten te ondersteunen. Patiënten hebben vaak knieklachten aan de voorzijde en rondom de knieschijven, vooral als ze beroepshalve veel moeten staan.
  • Vermoeide voeten na staan en lopen, door platvoeten.
  • Enkelverstuikingen bij “verstappen” tijdens dagelijks bewegen en frequenter ten gevolge van een sport trauma.
  • Schouder (sub)luxaties bij dagelijks bewegen en frequenter ten gevolge van een sport trauma.

 Een goed gecoördineerd spierkorset is dus onontbeerlijk om klachten te verminderen en/of te voorkomen.

Dit verbetert de houding en ontlast de gewrichten. In de praktijk blijkt dat mensen met hypermobiliteit klachten veel baat hebben bij de Methode Bugnet.

Na jarenlange praktijkervaring met behandelen en begeleiden van patiënten met bindweefselaandoeningen als HSD, EDS en Marfan kan ik concluderen dat  Bugnet therapie een essentieel onderdeel binnen de therapie is. Bij de meeste patiënten is oefenen met de basisprincipes uit de Houdingsweerstand Therapie effectief gebleken. Hiervoor is een serie oefeningen ontwikkeld. Deze activeren de houdingsreflexen, bouwen reflectoir stabiliteit op, activeren totale bewegingsketens, verbeteren coördinatie, propriocepsis en kinesthesie enz. De patiënt ervaart meer stevigheid, minder onhandigheid, beter lichaamsgevoel, minder vaak klachten van overbelasting en pijn, meer zelfvertrouwen enz.

De ervaringsverhalen van Lieke (hEDS) en haar moeder zijn illustratief.

Ingrediënten waardoor Lieke na 10 jaren een mooi vervolg kan schrijven:

  • ‘Vroege’ diagnostiek hEDS
  • Goede uitleg aan patiënt en familie/omgeving van aandoening, mogelijkheden en doelstellingen korte en lange termijn
  • Bugnet therapie en begeleiding in ADL door therapeuten richting zelfmanagement patiënt
  • Discipline van dagelijkse Bugnet oefeningen, zodat basale houdings-en bewegingsfactoren automatisch op een hoger plan gaan functioneren:
    • door opbouw van houdingsreflexen, bewegingsketens, stabiliteit, coördinatie, balans, conditie, zelfvertrouwen waardoor:
    • overgang naar kwalitatief beter dagelijks houden en bewegen en naar sport/bewegen, waarbij overbelasting voorkomen moet worden.
  • Kwaliteit van leven met zo veel mogelijk zelfmanagement

Zie verder patient-ervaringen (navigatie-balk, links op home pagina).

 

GH Lenselink - Kamphuis, April 2010 / Februari 2021